zondag 3 mei 2015

Praktische oplossingen



Deze week was het in het nieuws. Niet dat het nieuws was, voor mij niet, maar kennelijk is eindelijk de tijd aangebroken om er nieuws van te maken, om het onder de aandacht te brengen, ook al is het een probleem van alle tijden: geluidsoverlast. Het kwam in het nieuws vanwege een onderzoek naar verkeerslawaai. En dat is dus specifiek gerelateerd aan allerlei geluidproducerende transportmiddelen. Naar schatting 600.000 tot 800.000 volwassenen hebben ernstige hinder door geluid waardoor een gevoel van afkeer, boosheid, onbehagen, onvoldaanheid of gekwetstheid ontstaat dat optreedt door negatieve beïnvloeding van iemands gedachten, gevoelens of activiteiten. Zou dat een verklaring kunnen zijn voor de toename van ‘verwarde mensen’ in onze samenleving? Of van het aantal agressievelingen op de weg?

Nog eens 300.000 tot 400.000 volwassenen hebben ernstige slaapproblemen door lawaai van wegverkeer. Dat heeft zelfs dodelijke gevolgen in de vorm van hartfalen. Men zou dus als verklaring voor overlijden ‘verkeerslawaai’ kunnen noteren, direct of indirect.

Ik kijk niet op van het bovenstaande want ik ben al jarenlang gevoelig voor geluiden. En al jaren loop ik tegen een vorm van onbegrip aan als ik mij daar over uit. Dat komt onder andere doordat geluiden die ik als storend ervaar vaak niet door anderen worden opgemerkt. Een goed gehoor heeft dus niet alleen voordelen, in bepaalde situaties is het een kwelling. Veelal is men geneigd te zeggen dat ‘het wel went’. Wennen aan ongemak beschouw ik echter als interen op welzijn. De maatschappij is vol begrip voor mensen die allergisch zijn voor aardbeien, pinda’s, pollen, koemelk of wat dies meer zij. Tegen deze mensen zegt men niet ‘wen er maar aan’. Want dat kan namelijk niet. Je kan wel rekening houden met de allergie door geen allergenen te nuttigen. Maar geluid is overal. Het wordt je van alle kanten opgedrongen. Of je nu in de bergen wandelt of door het bos, het geluid van vliegtuigen, helikopters of bromfietsen komt overal.

Een paar jaar geleden werd ik tijdens het kamperen geprikkeld door een zoemend geluid dat in de ochtend en in de avond als een jeukende deken boven de camping hing. Het overgrote deel van de campinggasten leek er geen last van te hebben of bevond zich in een ontkennende fase. Slechts enkele personen hadden het geluid wel opgemerkt en nog minder gaven aan er last van te hebben. Ik ben op onderzoek uitgegaan en het bleek te gaan om een melkmachine bij een boerderij in het dal op honderden meters afstand van de camping. Geluid draagt ver.

Wat verkeerslawaai betreft zijn er meerdere vormen: lawaai van wegverkeer, treinverkeer en vliegverkeer. Bandengeruis, knetterende uitlaten, gierende vliegtuigmotoren, toeterende zotten, gillende wielen over ijzeren rails. En de hinder daarvan neemt dus toe. De praktische oplossing die men daar van overheidswege voor heeft bedacht is isolatie van de woningen die onder aanvliegroutes liggen of die gelegen zijn binnen een bepaalde afstand van een spoorlijn of weg. In feite zegt men daarmee: sluit jezelf op, keer je af van de buitenwereld, laat geen omgevingsgeluiden toe.

Je kan een huis helemaal dichtkitten, maar veel bewoners willen contact blijven houden met de buitenwereld. Men wil op het balkon of in de tuin kunnen zitten, men wil met het raam open kunnen slapen, men wil ’s ochtends wakker kunnen worden van prettige geluiden als zingende vogels, ruisende bladeren, lachende kinderen. Het gezang van een vogel in combinatie met stoffige zonnestralen die de slaapkamer binnentreden, da’s fijn wakker worden. Maar in plaats daarvan weren we geluiden van buitenaf en keren we ’s ochtends het zonlicht door rolluiken voor de ramen neer te laten omdat we in de nachtelijke uren eveneens het licht van straatlantaarns willen weren. We bestrijden de overlast van verkeerslawaai door praktische oplossingen aan te dragen die niet het probleem wegnemen maar slechts de symptomen bestrijden.

Onlangs liep ik over het ereveld in Loenen en werd getroffen door het knetterende geluid van de motoren van een groepje ‘toerrijders’ die in de naastgelegen glooiende weg door de bosrijke omgeving een uitnodigende racebaan zagen. De serene rust die zou moeten heersen op het ereveld werd bruut verstoord, verscheurd, aan stukken gereten door een oorverdovend geknetter, voortkomend uit machines die werden bestuurd door lieden die zonder oog voor de schoonheid van de omgeving hun eigen plezier najoegen.

Ik moest denken aan een reis door Burkina Faso, inmiddels 15 jaar geleden. Op een rustige weg door een verlaten landschap parkeerden we onze auto. Het was er stil, stiller dan het ooit in Nederland zal zijn. Er waren wel geluiden, maar die geluiden benadrukten de stilte. Ik hoorde op een gegeven moment een krassend geluid en probeerde het te traceren. Toen ik de richting had bepaald liep ik op de bron van het geluid af, op circa 15 meter bij mij vandaan. Na goed kijken bespeurde ik in een struik een rups, een flinke rups, die bezig was een blad te verorberen. Het geluid kwam van de kauwbewegingen van de rups. Het was een ervaring die in het niet valt bij de grootsheid van het bestaan, maar het is mij altijd bijgebleven. Het kunnen horen van het geluid van de kauwende rups staat bij mij nog altijd symbool voor de stilte.

Als men de honderdduizenden mensen die gebukt gaan onder verkeerslawaai serieus wil nemen moet men de bron van de overlast aanpakken. Pak die gasten aan op knallende motoren, pluk vrachtwagens en auto’s met overdreven brullende uitlaatpijpen van de weg. Laten we met ons allen niet meer lawaai maken dan nodig is om ons voort te bewegen.

Het isoleren van woningen is een lapmiddel. De echte oplossingen zijn te vinden in de vorm van geluidsarm asfalt, het verbieden van uitlaten die het geluid onvoldoende dempen en het handhaven van dat verbod, het eerbiedigen van de maximum snelheid, het strategisch plaatsen van geluidswallen. Geen muren, liever niet. Niemand wordt vrolijk van een metershoge grauwe betonnen muur. Een muur weerkaatst geluid en straalt somberheid uit, een begroeide wal absorbeert geluid en geeft leven aan de omgeving. Mensen moeten weer tot rust kunnen komen als ze thuis zijn. Ze moeten de buitenwereld niet noodgedwongen buitensluiten, maar deze wereld juist binnen kunnen laten. Ruisende bladeren, zingende vogels, tjerpende krekels, lachende kinderen. De juiste geluiden zorgen voor een gelukzalig, ontspannen gevoel.