zondag 9 november 2008

Sleutelcursus

Zaterdagochtend. Weekend dus. Vrije tijd. Rust. En toch loopt het alarm af om 6:45 uur. Vergeten uit te zetten de avond ervoor? Neen, de avond ervoor heb ik 'm zelf handmatig ingesteld. Bij het volle bewustzijn en met een goede reden. Maar op het moment dat het alarm afloopt lijkt die reden veel minder steekhoudend geworden. De nacht was niet echt soepel verlopen. Twee dochters van respectievelijk tweeëneenhalf en acht weken leiden 's nachts een heel ander leven dan een volwassen man. Ik ben wel emotioneel ingesteld, maar mij zul je 's nachts zelden horen huilen of om mijn vader horen roepen. En als ik honger krijg dan loop ik zelf even naar beneden om de fruitschaal te plunderen in plaats van mijn keel wijdwagen open te zetten en het hele huizenblok wakker te krijsen. Mijn dochters doen dat wel, de ene nacht iets subtieler dan de andere nacht, maar tot op heden is vrijwel geen enkele nacht rimpelloos verlopen. En dat voel je extra als op een vrije dag, als het kroost net weer in slaap is gesust, het alarm begint te jengelen. Ik gun mijzelf nog een kwartier om bij te komen maar besef dat ik er dan echt uit moet, anders komt mijn krappe ochtendschema in het gedrang. De avond tevoren had ik de digitale reisplanner geraadpleegd en gezien dat gedurende mijn op handen zijnde reis er 129 kilometers afgelegd dienen te worden. Hier zou ik, volgens de reisplanner, 1 uur en 22 minuten over doen. Aangezien ik met een bijzonder voertuig met slechts 34 pk de reis dien af te leggen en de berekende reistijd ongetwijfeld is gebaseerd op de snelheid en dynamiek van een flitsende moderne leasebak, had ik voor mijzelf eerder 1 uur en 45 minuten in gedachten. En dus zou ik volgens eigen schattingen om uiterlijk 7:45 uur van huis moeten vertrekken om op tijd in het westen des lands aan te komen.
Ik had mij een paar weken geleden opgegeven voor een sleutelcursus bij Paalman Luchtgekoeld in Pijnacker. In 2003 had ik ook al eens deelgenomen aan dit jaarlijks terugkerende evenement en het leek mij leuk om vijf jaar later weer van de partij te zijn. Niet alleen steek ik er iets van op, maar ook ontmoet ik er gelijkgestemden, namelijk liefhebbers van luchtgekoelde Volkswagens.
Mijn Herbie stond die ochtend nog in zijn garagebox, totaal onvoorbereid op de lange reis. Ik had de voorafgaande week geen tijd gehad voor Herbie. De olie moest nog gecontroleerd worden, het handgereedschap moest nog verzameld worden, de spanning van de banden kon wel een check up gebruiken, de benzinetank diende nog gevuld te worden evenals mijn portemonnee en mijn lunchdoos. En toch meende ik dat ik nog tijd had voor het vouwen van een mand met wasgoed voordat ik de Kever ging ophalen. Als je een echtgenote de hele dag alleen laat met twee jonge kinderen is het verstandig om wat goodwill te kweken aan het begin van de dag, vandaar mijn vouwbezigheden in de vroege ochtend.
Herbie staat geduldig in de garagebox te wachten. Ze heeft alweer vier weken stilgestaan en heeft tussentijds het daglicht niet meer gezien. Het oliepeil blijkt prima, de banden zitten nog strak om de velgen, de tank is nog halfvol, of is het half leeg? Er moet in ieder geval brandstof bij, want twee maal een enkele reis van 129 kilometer is gelijk aan 258 kilometer retour.
Ik open het portier, neem plaats achter het aandoenlijke stuur en activeer de startmotor die moeizaam schurend op gang komt. De 6 volt accu heeft door de koude nachten iets aan kracht ingeboet maar doet haar uiterste best om de startmotor ertoe te bewegen de ontsteking van de motor te laten vonken en de benzinedampen gecontroleerd te laten ontbranden. Het duurt circa 15 seconden alvorens de motor aanslaat, hetgeen voor mijn Kever normaal is na een lange periode van stilstand. Neemt niet weg dat deze 15 seconden aanvoelen als vijf minuten en ik de gedurende die 15 seconden opgebouwde spanning ontlaad met een welgemeende zucht van opluchting: "Yes!" Mijn oudste dochter pleegt altijd te zeggen "Hij doetut", als ze naast me zit op het moment dat Herbie wordt gestart én aanslaat. Zij kent inmiddels ook de spanning rond het starten.
Ik rij Herbie achteruit de box uit, stap uit, sluit de garagedeur, stap weer in en rij in de eerste versnelling weg. Helemaal soepel gaat het nog niet, de motor haalt onregelmatig adem bij het gedoseerd indrukken van het gaspedaal, maar met een beetje extra druk op het pedaal loopt de motor mooi regelmatig door een betere lucht-benzine verhouding in de carburateur. Binnen twee minuten sta ik bij huis. Lunchpakket bijeen graaien, autopapieren, dopsleutelset, jas, mobiele telefoon en nog wat ander klein grut dat ik in een doos gooi en op de achterbank zet. En dan natuurlijk nog even mijn inmiddels ontwaakte vrouw en dochters gedag zeggen. De oudste dochter deelt mijn enthousiasme over de aanstaande dag niet en vertikt het om een kus te geven. Pappa gaat weg met Herbie maar zonder haar. Dat is natuurlijk ongehoord en dus acteert ze als een echte vrouw. Ook goed, dan maar geen kus en ik loop verbolgen naar buiten, mopperend over testamenten, Kevers en ondankbare dochters. Ik zit nauwelijks een paar seconden in Herbie of mijn vrouw komt met Charlotte naar buiten rennen. "Ze wil je toch een kus geven!" Mijn hart bloeit weer op en nadat ik de kus in ontvangst heb genomen rij ik stralend weg, op weg naar de pitstop voor het vullen van de brandstoftank. Benzineprijs: 1,249 euro voor één liter euro 95. Dat klinkt alweer heel wat schappelijker dan de 1,59 euro van een paar weken geleden. Zeventien liter later is de tank gevuld en kan ik eindelijk de reis beginnen. Het is inmiddels exact 8 minuten over 8. Ik loop dus ruim achter op mijn schema, maar ben niet van plan om mij te gaan haasten. De door de reisplanner berekende reistijd van 1 uur en 22 minuten zweeft door mijn hoofd en ik spreek de hoop uit dat die 1 uur en 22 minuten is berekend voor een drukke vrijdagmiddag in plaats van een stille zaterdagochtend. Herbie krijgt ondanks het inmiddels krappe reisschema de gelegenheid om langzaam op te warmen. Ik kan wel wat warmte gebruiken in het interieur want de achterruit is helemaal beslagen evenals de achterste zijruiten, alsof ik in een bestelbus rij met gigantische dode hoeken. Na een paar km'ers rij ik de A348 op waar ik de snelheid geleidelijk opvoer naar 95. Deze snelheid handhaaf ik enkele minuten om te wennen aan die totaal andere snelheidsbeleving in een oude Kever. De Kever zoekt met zijn banden naar de richting die ik met het stuur heb aangegeven. Na 12 minuten nader ik het Velperbroekcircuit waar ik vol door oranje rij (of was ie net rood) en de snelheid er goed in hou om de oprit naar de A12 te kunnen beklimmen. Na ingevoegd te hebben sluit ik mij aan bij een rijtje rustige rijders die zich houden aan het hier geldende maximum van 100 km/uur, een mooie kruissnelheid voor mijn oude torretje. Al na 45 (!) kilometer is de achterruit volledig ontwasemd en begint het leer van mijn linkerschoen scheuren te vertonen door de hete lucht die via het rooster in het kachelkanaal richting de bestuurdersplek wordt geblazen. Ik zet het klapraampje een beetje verder open en de verwarming iets lager maar voel de warmte angstvallig snel verdwijnen. Dan de verwarming maar weer vol open en een zweetvoet kweken. Wat ik nu zeker niet kan gebruiken is een kou op de blaas want ik heb geen tijd voor een tussenstop. Van de 1 uur en 22 minuten resteren er nog 40 op het moment dat ik een paar honderd meter voor mij een Renault 4 zie invoegen. Ik heb nu een richtpunt en focus mij op de gele R4 die 100 km/uur blijkbaar ook hard genoeg vind. Ik trap even door naar 105 en nader de R4 op een tiental meters. Een leuk duo, zo oordeel ik zelf en hoop dat mijn snellere medeweggebruikers ook de koddigheid van dit duo inzien. Na een kwartier verlies ik de aansluiting met de R4. Hij kan en wil kennelijk doortrappen naar 110 km/uur en daar waag ik mijn 34 pk niet aan. Met enige weemoed zie ik het gele koekblik uit het zicht verdwijnen, net als al het andere verkeer. Vlak voor Woerden rij ik vrijwel geheel alleen over een vierbaans snelweg, een mooi moment om even helemaal links te gaan rijden en mij de snelste van allemaal te wanen. Mijn achteruitkijkspiegel laat echter al snel een asfaltverslinder achter mij opdoemen en nederig zwenk ik naar de strook voor vrachtwagen, auto's met aanhangers en pre- 67'ers. Op dit wegdeel valt het trouwens wel erg op dat Nederland is gebouwd op een grote spons van veen en klei: de weg lijkt op een zee met golven. De slappe bodem maakt het onmogelijk om hier een volledig horizontaal gelegen weg aan te leggen.
Afslag Pijnacker. Het is 9:22 uur. Nog acht minuten voordat de cursus begint en ik sta voor het eerst tijdens deze rit stil voor een stoplicht. Grrrr! De seconden tikken weg. Dan, na een tergende halve minuut springt het licht op groen en sprint ik als eerste weg om als laatste bij het volgende stoplicht aan te komen. Weer rood. Nog zes minuten. Wat is dit voor weg, met al die rode stoplichten. Voor het eerst sinds maanden raak ik geïrriteerd terwijl ik in mijn Kever zit. Ik moet ook niet op de klok letten. Tijd speelt geen rol in een 43 jaar oude auto. Toch kan ik een gevoel van euforie niet onderdrukken als ik exact om half tien mijn auto parkeer voor de garage van Edwin Paalman. Duitse "punktlichkeit". Waar rustig rijden toe kan leiden. Ik stap uit en zie dat ik niet de enige ben die exact op tijd (of precies te laat) is. Ook Paul zie ik binnenwandelen. Wij zijn binnen, de cursus kan beginnen!