zaterdag 17 juli 2010

Kever redt man

Keveruitjes zijn niet altijd zonder gevaar. Dat bleek drie weken geleden maar weer eens. Op een zaterdagmiddag reed ik richting Zutphen om een kijkje te gaan nemen bij 'Burton', een bedrijf dat zich heeft toegelegd op het verbouwen van 2CV's tot tweepersoons roadsters. Niet helemaal mijn pakkie an, ik zie een 2CV het liefst in zijn originele jas, maar als die jas tot op de draad is versleten dan is het vervangen van de carrosserie door een kunststofcarrosserie van een Burton een acceptabel alternatief.
Vlakbij Burton is een sloperij gevestigd. Van een busritje die ik ooit maakte vanaf station Zutphen richting Dieren, in een periode dat de treinen niet reden, wist ik dat de sloperij een Kever als uithangbord heeft. Na het bezoekje aan Burton reed ik naar de sloperij, waar ik een leuke foto wilde maken van mijn Herbie met het 'uithangbord'.



Na de foto genomen te hebben liep ik even naar het hek om te kijken of er nog interessante auto's op het achterterrein stonden. Aan de linkerzijde zag ik een Volvo 480 staan. Altijd jammer als zo'n karakteristiek model op de sloop belandt. Maar als donor kan ie andere 480's helpen in hun voortbestaan. Liever ontleden dan pletten, is mijn motto is zo'n geval. Terwijl ik nog even met mijn blik over het terrein speur voelde ik plotseling een klap tegen mijn rechter onderarm. Even dacht ik dat ik een stroomstoot van het hek kreeg en in een reflex trok ik mijn arm naar mij toe hetgeen niet lukte. Ik zat vast! Een fractie van een tel later zag ik dat de klap door iets heel anders werd veroorzaakt, namelijk door een gigantische waakhond die zich in mijn arm had vastgebeten en mij door het hek probeerde te sjorren. Voordat ik goed en wel besefte dat mijn onderarm aan stukken dreigde te worden gereten had ik mijzelf met een flinke ruk uit de met puntige tanden gesierde bek bevrijd, waarbij mijn huid als een krant openscheurde. Ik bedacht mij geen moment, rende terug naar Herbie en sprong achter het stuur. De motor draaide nog stationair en ik kon meteen wegrijden, maar niet voordat ik de schade aan mijn onderarm had bekeken. Ik kon het niet goed zien omdat ik mijn arm niet goed gedraaid kreeg, maar mijn digitale fotocamera bood uitkomst.



Dat oogde tamelijk onsmakelijk. In ieder geval één hoektand was diep in mijn vlees doorgedrongen. Een vloek ontsnapte uit mijn mond. Had ik nu mazzel gehad of pure pech? Mag je van pech spreken als ik me uit de kaken van een vuile hond heb weten te bevrijden, er geen bloed uit mijn arm spuit en ik mijn vingers nog kan bewegen? Mazzel of niet, ik moest zo snel mogelijk naar het ziekenhuis en Herbie moest mij daar zo snel mogelijk naar toe brengen. Onderweg moest ik stoppen voor een rood verkeerslicht, natuurlijk. Om zo snel mogelijk te kunnen optrekken hield ik met mijn voet de koppeling ingedrukt. Mijn been begon echter hevig te trillen, kennelijk drong het besef van hetgeen mij zojuist was overkomen met een paar minuten vertraging door in de rest van mijn lichaam. Vlak na de verkeerslichten stopte ik op een parkeerplaats om even te kalmeren en het thuisfront via mijn mobiel in te lichten. "Met Wilco. Ik ben zojuist door een hond in mijn arm gebeten en ben nu op weg naar het ziekenhuis. Doe jij nog even boodschappen, want daar heb ik waarschijnlijk geen tijd meer voor." Ik moest nog ongeveer tien à vijftien minuten rijden voordat ik bij het ziekenhuis arriveerde, in verband met een wegomlegging. Het zal ook eens niet! Mijn arm probeerde ik zo hoog mogelijk te houden om het lekken van bloed te voorkomen, hetgeen een beetje lastig was als ik moest schakelen.
Een half uur later zat mijn onderarm in verband, heb ik een tetanusinjectie gehad en was ik voorzien van een recept voor een antibioticakuur van een week. De week daarop moest ik nog twee keer terugkomen voor controle van de wond, in verband met mogelijke infecties.
We leven nu drie weken later. De wonden zijn dicht, de korsten hebben plaats gemaakt voor nieuwe, dieproze tot paarse huid. De onderarm oogt nog gehavend door de bonte kleurenschakering en zal nooit meer helemaal egaal worden. Mijn streven naar perfectie is abrupt geëindigd. Maar alles functioneert zoals het moet en dat is het voornaamste. Heb ik geluk gehad? Ja. Het incident vond plaats op een zo goed als verlaten bedrijventerrein en ik was dus op mijzelf aangewezen. En Herbie heeft mij in de belangrijkste 15 minuten van die dag niet in de steek gelaten. Vol gas door Zutphen, op twee wielen over de rotondes. We vormden samen ons eigen rescueteam.