woensdag 12 februari 2014

Broeders in de modder


Hij zat al veel te lang op kantoor. Elke dag zag hij collega’s uitvliegen die zeiden op veldinspectie te gaan. Wel toevallig dat die veldinspecties altijd op zonnige dagen plaatsvonden. Knap als je dat zo kan plannen, bedacht hij. Maar vanuit zijn vakgebied viel niet zoveel te inspecteren in het veld. Hij was de nerd van de afdeling, de rekenaar, de calculator, de man die met cijfers moest aantonen of de op natuurontwikkeling gerichte projecten van collega’s financieel haalbaar waren. Vaak waren ze dat niet, maar telkens slecht nieuws brengen was hem steeds meer gaan tegen staan, omdat hij er persoonlijk op werd aangekeken als leuke projecten strandden in de planfase omdat ze buiten het beschikbare budget vielen. En als alles zou blijven steken in de planfase, dan zou Nederland tot stilstand komen. Dus daarom zette hij wel eens een komma verkeerd of rondde hij getallen naar beneden af. Dan was iedereen blij en kreeg een project doorgang als hij het afdelingshoofd had weten te overtuigen. En ja, uiteindelijk werd het vaak wel wat duurder dan begroot, maar zo gaat dat met projecten van de overheid. Niemand die daar vreemd van opkijkt en geld moet hoe dan ook rollen om de economie draaiende te houden. Mensen moesten aan het werk blijven, gezinnen moesten worden gevoed. Het was voor een goed doel, altijd. Hij was goed bezig, vond hijzelf.

Onlangs had hij een project doorgerekend van een collega die zich bezig hield met de bestrijding van verdroging in natuurgebieden. Door drinkwaterwinning, aanleg van sloten en drainagesystemen en de aanplant van dennenbossen die een hogere verdamping hebben dan loofbossen, was de grondwaterspiegel gedaald waardoor bepaalde planten dreigden te verdwijnen. Het project had tot doel enkele maatregelen te nemen die de verdroging zouden kunnen tegengaan. Een nobel streven. Planten hebben ook recht op een prettige leefomgeving. Ook dit project was eigenlijk te duur, maar met wat creativiteit wist hij de begroting wel kloppend te krijgen.

Hij had zijn collega en zijn afdelingshoofd laten weten dat hij een kijkje wilde gaan nemen in het betreffende natuurgebied om zich een beeld te kunnen vormen van de problematiek. Tot zijn grote vreugde en verbazing liet men zich positief uit over zijn voornemen.

Hij had helaas niet de mogelijkheid om zelf een dag te bepalen waarop hij het veld in zou gaan. Zijn agenda was behoorlijk vol en de afdelingsauto was de komende weken nog maar op één dag beschikbaar. Dus liet hij de auto reserveren op zijn naam.
Op de bewuste dag haalde hij de autopapieren en de sleutel bij de dames van de administratie en liep naar buiten. De Prius III, gehuld in de kleuren van de dienst, stond op de parkeerplaats te wachten. Tot twee jaar geleden hadden ze nog een Landcruiser tot hun beschikking gehad, maar door bezuinigingen en de drang om hun CO2 voetafdruk te verkleinen was deze wegbezuinigd en vervangen door deze Prius III. Hij moest het er maar mee doen. Hij had niet eerder in een hybride gereden maar de bediening zou voor zichzelf spreken en dat bleek ook zo te zijn. De sleutel kon hij in de middenconsole laten liggen, de auto herkent de sleutel en kan gestart worden via de startknop.

Hij reed van de parkeerplaats af en vervolgde zijn weg in zuidelijke richting, over de N269 richting Esbeek. Iets ten zuiden daarvan bevond zich Landgoed de Utrecht, waar hij de situatie eens even goed zou gaan inspecteren al had hij geen idee waar hij op moest letten.
Ter hoogte van het landgoed sloeg hij af en reed een onverhard pad op. Het was licht gaan regenen, zodat hij weinig behoefte voelde om te gaan lopen. Het pad leek echter goed begaanbaar dus in plaats van te parkeren reed hij door, het bos in. Op lage snelheid reed de Prius geheel geluidloos omdat hij werd aangedreven door de elektromotor. Hij zou hier weinig CO2 achterlaten, dacht hij glimlachend. Het pad werd geleidelijk smaller en het werd wat hobbeliger. Maar de vering dempte de oneffenheden goed zodat de rit comfortabel bleef. Het begon harder te regenen en de wind nam in kracht toe. Hij prees zichzelf gelukkig dat hij in de auto zat en niet zo dom was geweest om toch te gaan lopen. Hij zag dat de greppeltjes langs de weg hun taak goed vervulden. Het regenwater van het pad stroomde de greppels in die zich al snel vulden. Ondanks dat het water van het pad afstroomde werd het glibberig. De Prius gleed af en toe weg maar hij wist dat met stuurbewegingen te corrigeren. Het pad werd almaar slechter, hij reed inmiddels door gaten en kuilen die vol stonden met bruin gekleurd water. De modder spatte alle kanten op. Misschien werd het tijd om te keren maar op het moment dat hij zich dat bedacht gleed de Prius zijwaarts de greppel in. Hij vloekte hardop.

Daar staat hij dan, vast in de drek zonder vierwielaandrijving, dus hij zal met ordinair gas geven uit de greppel moeten zien te komen. Vol op het gas! En nóg een keer. En hoppa, nóg een keer. Alle systemen moeten vol aan de bak. Elektromotor, verbrandingsmotor, ze doen beiden hun uiterste best. Wielen slippen, gebrul, gegier en gereutel, lampjes en lichtjes flikkeren op het dashboard. Modder spat alle kanten op, hij hoort grote modderspatters zelfs op het dak landen. En dan valt de auto stil. Hij krijgt ‘m niet meer aan de praat. Ook niet na tien minuten wachten. Van techniek heeft hij absoluut geen verstand dus hij kan de motorkap net zo goed dicht laten. Bovendien regent het nog steeds. Hij grijpt zijn mobieltje, kijkt naar het scherm en ziet dat hij hier geen bereik heeft. Wel verdraaid! Hij zal te voet hulp moeten halen, maar de regen belemmert hem. Hij besluit de radio aan te zetten. Het is bijna twee uur ’s middags dus het nieuws wordt zo dadelijk uitgezonden en daarna komen de weerberichten. Hopelijk krijgt hij te horen dat het spoedig weer droog zal worden. Na het bericht dat minister Plassterk kan aanblijven volgt een bericht over Toyota:

Toyota roept in Nederland bijna 18.900 Priussen terug voor het vervangen van software. Het gaat daarbij om de Prius III, gebouwd tussen 14 januari 2009 en 5 februari 2014. Dat maakte de grootste autofabrikant ter wereld woensdag bekend.
De hybride modellen krijgen nieuwe software om grote spanningswisselingen in de zogenoemde invertor of convertor te voorkomen. Deze zet energie uit de batterij om in bruikbare energie voor de elektromotoren. Bij grote spanningswisselingen kan het voorkomen dat de transistors in het systeem oververhit raken en smelten, waardoor het hybride systeem zichzelf afsluit. De kans dat dit gebeurt is echter zeer klein.


‘Zeer klein?! Echt waar?! Da’s fijn om te weten!’, schreeuwt hij. Hij geeft een harde klap op het stuur en duwt gefrustreerd het portier open dat gevaarlijk doorveert in de scharnieren, stapt uit en loopt het pad af. Hij tuurt voor zich uit door de striemende regen en ziet door de druppels aan zijn oogwimpers het silhouet van een grote groene terreinwagen die volhardend door de modder stuitert en de elementen zonder enige terughoudendheid trotseert. De redding is nabij, verzucht hij. Hij maakt een klein sprongetje van vreugde, landt met zijn voeten op een richel, glijdt uit en valt voorover. Vlak voordat hij met een smak languit in de opspattende groenbruine modder valt identificeert hij zijn redder: een Toyota…… Landcruiser.