zaterdag 27 september 2008
Uitbreiding Kevercollectie
Een favoriete site van mij is die van Pinocar op www.pinocar.nl. Het grootste deel van het aanbod bestaat uit pre '67ers, afkomstig uit het beloofde land Zweden, waar blijkbaar in elke boerenschuur minstens één Kever staat verscholen. Pinocar maakt van elke strooptocht door het Zweedse land een fotoverslag dat een goed beeld geeft van hoe en waar de Kevers worden aangetroffen. Bij mij spreekt dat tot de verbeelding. Prachtig vind ik de foto's van een Kever in een authentieke grote rode houten zweedse schuur, schitterend vind ik de plaatjes van Kevers die decennia geleden als overtollige voertuigen zijn weggezet, groen zijn uitgeslagen, half verscholen onder begroeiing. Ik zie overal een restauratieproject in. Sommige modellen zou ik helemaal in originele staat willen terugbrengen, anderen zodanig restaureren die de auto rijdbaar is én geheel is geconserveerd, maar aan alle kanten de tekenen van verval blijft vertonen. Onder dat laatste versta ik natuurlijk wat anders dan in de huidige tijd een mooie Kever verwaarlozen, want dat kan ik minder waarderen. Of eigenlijk gewoon niet waarderen.
Onlangs is er weer een unieke vondst gedaan in Zweden, een exemplaar uit 1948 (!), 1 van de 349 uit de eerste Zweedse export serie. Een keiharde auto, getekend door zestig jaar gebruik, maar daardoor juist zo ontzettend mooi. Als het de mijne zou zijn, zou ik zo weinig mogelijk aan de uitstraling van de auto doen en de originele lak zoveel mogelijk behouden. eventuele rotte plekken zou ik wel (laten) repareren, maar verder mag de Kever er gebruikt uit blijven zien, want dat is wat deze Kever zo bijzonder maakt.
Je begrijpt, zo'n auto maakt hebberig. En die hebzucht moet bevredigd worden dus moet er geld gaan rollen. Maar de aanschaf moet passen binnen mijn budget en de mij resterende stallingsruimte. De keuze is gevallen op een '66er, in de kleur Parelwit, net als mijn Herbie. Superstrak, goed onderhouden, eigenlijk zo goed als nieuw. Ik ben er supertrots op. En ze past, met haar gunstige buitenmaten in de schaal 1:18 perfect in mijn vitrinekast. Spreekt wat minder tot de verbeelding dan een echte uit 1948, dat is waar, maar ik hou wel meer tijd over omdat er heel wat minder aan gepoetst hoeft te worden.
donderdag 18 september 2008
Keverleed
Een krantenartikel of nieuwsbericht over een ongeval met twee of meerdere auto's is schering en inslag. En achter elk bericht schuilt een kleine of grote tragedie. De tragedies worden zelden breed uitgemeten maar samengevat in koele zakelijke woorden als "twee gewonden", "materiële schade" of erger. De berichten komen zo vaak tot ons dat we ze nauwelijks nog opmerken en ter kennisgeving aannemen. Bepaalde berichten springen er echter uit vanwege één enkel woord: "Kever". En een bericht met de combinatie van "Kever"en "ongeluk" doet mij huiveren. Een Kever is niet gemaakt om mee te botsen. Een Kever waarvan de koets is geraakt is zo goed als afgeschreven. Bekeken vanuit mijn liefhebberij voor Kevers stemt mij dat somber. Wanneer ik de materiële bezorgdheid weet te ontstijgen en de menselijke kant van het verhaal bekijk onderscheid ik twee vormen van emoties: mijn bezorgdheid om de gezondheid van de inzittenden en mijn bezorgdheid om het mentale leed van de eigenaar van de Kever. Niet zelden is de inzittende ook de eigenaar zodat er sprake is van dubbelleed. Een Kever maakt bij veel eigenaren deel uit van het gezin, van een traditie of van een "way of life". Vaak zit er jaren van liefdevolle arbeid in de restauratie van de auto. De emotionele waarde overstijgt de marktwaarde vele malen. Onlangs kwam ik de eigenaar tegen van een babyblauwe Kever uit 1971 (?) die tegen een volhardende belangstellende met koop-aspiraties had gezegd: "Zelfs niet voor een miljoen!" toen de man had opgemerkt dat alles te koop is. De betreffende Kever was vanaf nieuw in de familie. Als eerbetoon aan deze babyblauwe Kever had de eigenaar, kleinzoon van de de eerste eigenaar, het kenteken van de auto in zijn bovenarm laten tatoeëren. Bij velen gaat de liefde natuurlijk niet zover, maar een ruime plaats in het hart neemt de Kever zeker wel in.
Het begon met een melding op een Keverforum. Er zou een Kever zijn verongelukt. Al snel werden er meer details bekend. Uiteindelijk kwamen er nieuwsberichten op het www te staan vergezeld van een fotoverslag van de berging van de voertuigen, waaronder een, zo lijkt het althans, parelwitte Kever die sterk op de mijne lijkt. Door die gelijkenis trof het bericht mij nóg meer.
De Punt - Door nog onduidelijke oorzaak zijn vanmiddag twee auto's, waaronder een klassieke Volkswagen Kever, met elkaar in botsing gekomen op snelweg A28 ter hoogte van De Punt tussen Groningen en Assen. De Kever werd geramd. De bijrijdster van de Kever, die op zijn kant in een sloot terecht kwam, werd door de brandweer uit het wrak gehaald. Ze is met onbekende verwondingen naar het UMCG gebracht.
De twee inzittenden van de andere auto die over de kop sloeg, bleven vrijwel ongedeerd. Het ongeluk leidde tot filevorming op de snelweg. (tekst: DvhN.nl)
Het zinnetje"waaronder een klassieke Volkswagen Kever" sneed in mijn ziel. Patsboem, weg klassieke Volkswagen. In een fractie van een seconde ligt een droom aan diggelen. Wat mij stoorde aan het bericht was de summiere informatie over het welzijn van de inzittenden. De bijrijdster is met onbekende verwondingen naar het ziekenhuis gebracht, maar aan die onbekendheid komt toch een keer een einde zou je denken. Over de bestuurster wordt zelfs met geen woord gerept. Later las ik op de site van het Dagblad van het Noorden dat de gewonde niet de bijrijdster maar de bestuurster van de Kever betrof. Ik wil graag weten hoe het met haar gaat, of ze inmiddels weer op de been is, of ze het ongeluk en het verlies van haar Kever heeft kunnen verwerken. Maar dat is geen nieuws, wordt er door de media gezegd. Nog niet zo lang geleden werd door onze minister president JPB nog aan de kaak gesteld waarom goed nieuws geen nieuws zou zijn. De media stelden dat mensen niet op goed nieuws zitten te wachten. Nou reken maar, dat ik dagelijks smacht om goede berichten. Het zou toch fantastisch zijn als je daags na dit ongeluk, dat de Keverwereld schokte, te horen zou krijgen dat de bestuurster er goed vanaf is gekomen? Dergelijke berichten stellen gerust, want hoe vreselijk we het verlies van een klassieke Kever ook vinden, het menselijk welzijn blijft altijd bovenaan staan.
Dat gezegd hebbende wil ik toch even nader inzoomen op de verongelukte Kever. Op basis van het kenteken concludeer ik voorzichtig dat het een importauto is. Het kenteken (AL-16-44) wijkt weinig af van die van mijn Herbie (AL-52-44, afgegeven in augustus 2003). Mogelijk heeft de Kever net als mijn Herb het grootste deel van haar leven in Zweden doorgebracht. De uiterlijke kenmerken van de auto vertellen mij dat het een Kever is van 1966 of 1967. Via de site van de RDW heb ik wat meer gegevens trachten te achterhalen over o.a. de motorisering doch ik werd geconfronteerd met de mededeling "Er zijn geen gegevens gevonden voor het kenteken AL-16-44". Het kenteken van de Kever is dus ingetrokken en dat is voor de Kever slecht nieuws. De vraag is of ze ooit nog weer op de weg zal komen, als Kever of omgebouwd tot buggy. Op het dashbord na is geen enkel stuk plaatwerk ongeschonden gebleven. Na 42 jaar het verkeer te hebben getrotseerd werd de trotse Kever geveld door een Daihatsu Charade. Da's zuur.
Dat Kevers niet alleen door vreemde merken worden uitgeschakeld blijkt uit de informatie in onderstaande link http://www.112groningen.nl/Groningen/nieuws/1375/112flits-ongeval-beknelling-bij-gytsjerk-fr.html
Van je broeder moet je het hebben. Ook voor dit bericht geldt al hetgeen ik in het bovenstaande heb verteld.
Aan alle Keverrijders: wees voorzichtig op de weg. Voor alle niet Keverrijders: geef Kevers verdorie de ruimte!
woensdag 17 september 2008
Hebmuller
vrijdag 12 september 2008
donderdag 11 september 2008
Lekke band
woensdag 3 september 2008
Wat zit er in die doos?
De nieuwe neus werd online besteld en zou binnen een paar werkdagen thuis worden bezorgd. Gemak dient de mens. Enkele dagen later trof ik bij thuiskomst een briefje in de bus aan, van TPG-post, met de mededeling dat er een pakket voor mij klaar ligt bij het postkantoor. Na één poging om het pakket bij mij thuis af te leveren had men het al opgegeven en moest ik dus alsnog mijn huis uit om het pakket af te halen. Ik besloot met de fiets te gaan aangezien mijn vrouw de auto mee had.
Ik wachtte mijn beurt af en stapte vervolgens op de balie af, legde het briefje van TPG-post voor de neus van de baliemedewerker en verklaarde dat ik een pakketje kwam ophalen. De medewerker controleerde een nummer op het briefje, verontschuldigde zich en verdween naar het magazijn. Even later kwam hij weer teruglopen, met lege handen. "Kan je even komen helpen?", vroeg hij. "Dit is zo'n beetje het grootste pakketje dat hier ooit is afgeleverd!". Er ging een deur open en achter die deur verscheen een doos zo groot als een flinke vrieskist. Ik liep op de doos af en duwde samen met de medewerker de doos het magazijn uit, het postkantoor in, waar enkele klanten met verbaasde ogen naar de doos stonden te kijken.
"Ik vraag het gewoonlijk nooit, maar wat zit er in vredesnaam in die doos?", vroeg de man.
"De neus van een Kever", antwoordde ik naar waarheid.
"Een wat?"
"De neus van een Volkswagen Kever", herhaalde ik.
"Kan je die zo kopen dan?" De man was met stomheid geslagen.
"Blijkbaar", reageerde ik droog.
Langzaam begon bij mij het besef door te dringen hoe absurd dit eigenlijk moest klinken voor een niet Kever-fanaat.
Na tekening voor ontvangst mocht ik de doos meenemen.
"Succes er mee".
Ik sleepte de doos naar buiten waar mij een probleem wachtte. Hoe krijg ik die doos mee naar huis? Na één zwakke poging om de doos op mijn fiets te zetten gaf ik het al op. Dat ging niet lukken, niet zonder brokken in ieder geval. Op het moment dat ik op mijn achterhoofd stond te krabben stopte een auto langs de stoep. Een raam ging open en een oudere man vroeg vanuit de auto:
"Wat zit er in die doos?"
Blijkbaar was de nieuwsgierigheid van de dorpsgenoot gewekt. Ik hou wel van spontane vragen en dus antwoordde ik wederom naar waarheid: "De neus van een Volkswagen Kever". "Ga weg, wat moet je daar nu mee?" Na een hele korte uiteenzetting van mijn plannen met Herbie stapte de man uit, opende de achterklep van zijn auto en zei: "Da's leuk! Zet 'm maar achterin, dan breng ik je wel naar huis." Dat aanbod kon ik niet laten lopen en dus werd de doos in de gelukkig zeer ruime laadbak van de auto getild. Nadat ik in de auto was gaan zitten vroeg de man: "Waar woon je eigenlijk?"
Het was hooguit een kilometer, maar zonder auto zou ik er een halve dag over gedaan hebben om de doos thuis te krijgen. Mijn dank was daarom groot. "Ik woon hier in de buurt, dus ik hoop de Kever binnenkort een keer te zien rijden". Met die woorden nam de behulpzame dorpsgenoot afscheid en reed weg, na de doos in de voortuin gedropt te hebben.
Een buurman kwam langslopen.
"Zo, da's een flink pakket. Wat zit er in die doos?"
"De neus van een ...........".
Ik sleepte de doos naar de achteruin en haalde de neus uit zijn verpakking. Even later lag een voor mijn gevoel halve zwarte Kever op mijn gazon. Mijn euforie werd echter snel getemperd. Het onderdeel had niet de kwaliteit die ik had verwacht. In grote lijnen kwamen de details wel overeen met de originele neus, maar nadere beschouwing bracht een groot aantal afwijkingen aan het licht. De reservoirhouder bijvoorbeeld kende geen gaatjes waarin het reservoir kan worden vastgeklikt en de klemgoot voor het afdichtrubber oogde armetierig. "Made in Brasil", las ik op een sticker. Maar wat had ik anders verwacht? "Wees blij dat ze nog plaatwerk kunnen leveren", kreeg ik te horen. Okay dan, hoera! We zouden er het beste van maken. De neus werd passend gemaakt en werd getransplanteerd aan Herbies voorzijde.
Een paar weken later bezocht ik Budel 2004. Ik liep langs de kraampjes, snuffelde in bakjes en doosjes en bekeek de veelheid en diversiteit aan onderdelen. En toen zag ik het liggen. Droomde ik? Nee, het was er echt een, een harde tweedehands neus van een Volkswagen Kever uit 1965 voor een prijs die vrijwel gelijk was aan de Paruzzi neus. Zo'n neus die ik nooit verwacht had te vinden. ARRRGGGGGGGGGHHHHHH!!
Ik heb de neus niet gekocht, Herbie had immers al een neustransplantatie ondergaan en ik was niet van plan om dat nogmaals te laten doen, maar het moment dat ik de tweedehands neus zag staan en mijn gevoelens op dat moment, staan voor altijd in mijn geheugen gegrift.