Om de nieuwe rubbers te kunnen plaatsen moesten de bumpersteunen verwijderd worden. En om die te kunnen verwijderen moesten eerst de bumpers gedemonteerd worden. En om dat gemakkelijk te kunnen doen wilde ik het achterspatbord verwijderen. En om die te kunnen verwijderen moest de verlichting worden afgekoppeld. O help! Hoe een ogenschijnlijk klein klusje al snel verwordt tot een soort van dominospel. Je begint aan een klein project en de klusjes laten zich niet meer stoppen.
De binnenschermen zaten dik
onder de tectyl. Bij aankoop leek mij dat een pluspunt. Waar tectyl zit kan het niet roesten, dacht ik toen. Wat ik op dat moment niet had bedacht was, dat tectyl ook gebruikt kan worden om zaken die het daglicht niet kunnen verdragen aan het zicht te onttrekken. En dat laatste bleek al snel het geval. De tectyl was al oud, dus het wegmoffelen van zwakke plekken was een daad uit de oudheid, misschien al meer dan tien jaar geleden. Toen wellicht gedaan met het idee dat de auto nog een jaartje zijn diensten moest bewijzen om daarna naar de sloop te gaan. Maar het torretje gaf na dat jaar nog steeds niet de geest en bleef maar rijden. En waarom zou je zo'n dapper autootje dan naar de sloop brengen?Nadat ik de bumpers en de spatborden had verwijderd begon ik met het verwijderen van de tectyl. Een weinig verheffend werkje. Echt een klusje dat je door een ander moet laten uitvoeren. Maar ik kreeg niemand zo gek dus moest ik het zelf doen. Wat er aan plaatwerk te voorschijn kwam stemde mij niet blij. Sterker nog, ik begon mij behoorlijk ellendig te voelen. De bevestigingspunten voor de bumpersteunen bleken zo'n beetje los in de tectyl gehangen te hebben. Het plaatwerk rondom was vrijwel geheel verdwenen. Een van de schroefgaten was doormidden gebroken. De reden van het schommelen van de bumper was dus opgehelderd, maar daarmee was het probleem nog niet opgelost.
Om de bumper weer te kunnen bevestigen, om überhaupt weer te kunnen rijden, zou er gesneden, gezaagd en gelast moeten worden. Dat was niet wat ik voor ogen had toen ik mijn Kever kocht. Ik wilde rijden en na het rijden poetsen. Ik wilde best vieze handen krijgen, maar het was niet mijn plan om tectyl te gaan schrapen en in de terpentinedampen te zitten, om bijna huilend op mijn knieën naast de auto te zitten toen ik mij realiseerde dat het verrotte bevestigingspunt voor de bumpersteun slechts het puntje van de ijsberg was. Maar ik was er aan begonnen, tegen wil en dank, en kon niet meer terug. We schrijven april 2004, enkele maanden voor mijn huwelijksdag op 22 juli, de dag waarop onze Herbie als trouwauto zou moeten gaan fungeren. Dat was het plan, toen, maar ik kan nu al verklappen dat dat plan te optimistisch bleek te zijn.......


