Zondag 28 september 2008, een mooie zonnige dag met aangename temperaturen. Te mooi om binnen te zitten, maar de nieuwe gezinsomstandigheden maken spontane uitstapjes er voorlopig niet gemakkelijker op. Moeder de vrouw is midden op de dag tijdens de borstvoeding naast mijn drie weken oude dochter in slaap gevallen en ik zit beneden met mijn oudste dochter aan een lunch die wel bij mij aanslaat maar de jonge dame tot opstandig gedrag aanzet. Boterhammen blijken ook te kunnen vliegen, plakjes vleeswaren blijken aan de tafel te kunnen plakken en hagelslag kan per korrel van een beschuit worden gelikt. En een met melk gevulde beker met twee oortjes kan je gewoon nonchalant aan één oortje oppakken, totdat ie kantelt. Deze jonge vader kreeg dus al snel het gevoel dat het vaderschap op deze zonnige dag op een andere manier invulling moest krijgen om te voorkomen dat ik van een glas melk een kater zou krijgen.
Mijn vrouw wordt pas tegen twee uur 's middags wakker, maar tot het moment van het grote ontwaken mijner echtgenote heb ik genoeg om handen gehad om mij niet te hoeven vervelen. Maar mijzelf niet vervelen is wat anders dan mijzelf vermaken. Dus op het moment dat de jonge moeder nog wazig met de ogen staat te knipperen kondig ik mijn reeds enkele uren daarvoor geplande vertrek aan. "Ik haal Herbie uit de stalling en ga met Charlotte een stukje rijden". In die zin kwam geen enkel woord of leesteken voor dat enige twijfel liet doorschemeren over dit voornemen. Ik wilde naar buiten, rondtoeren, genieten van deze prachtige dag en niet in mijn eigen tuin naast een één meter hoge glijbaan zitten waar mijn dochter haar duizelingwekkende kunstjes op wenst te vertonen onder de supervisie van haar overbezorgde vader.
Tien minuten later staat Herbie op de brede stoep naast ons huis en plaats ik de kinderstoel over vanuit de Toyota naar de Kever, die vorig jaar speciaal voor dit soort gelegenheden is voorzien van een driepuntsgordel aan de passagierszijde. Ik pak mijn mobiele telefoon evenals rijbewijs, autopapieren, krik en dopsleutels en vraag mijn dochter of ze met papa mee wil rijden in Herbie. Het antwoord op die vraag is even voorspelbaar als luid en hartverwarmend: "Ja papa!". Ze is zo mogelijk een nog grotere fan van de Kever dan ik en onze Herbie kan dan ook altijd rekenen op een knuffel van haar.
De tank bevat te weinig brandstof om zorgeloos een eind weg te rijden dus een bezoek aan de lokale benzinepomp is onontkoombaar. Omdat ik vrij ben in het kiezen van een route kies ik voor een richting die mij langs het goedkoopste tankstation van mijn woonplaats brengt. Ten opzichte van de prijzen die wij de afgelopen maanden te verteren hebben gekregen kost de benzine hier een schijntje, slechts €1,46 per liter inclusief BTW en vieze handen. Je zou bijna vergeten dat ook dit nog een schrikbarend hoog bedrag is ten opzichte van de € 1,05 die ik drie jaar eerder nog betaalde. Ik kan iedereen verzekeren dat mijn salaris bij lange na niet met hetzelfde percentage is gestegen als de benzineprijzen. Het is mij dan ook een raadsel dat ik mijn hobby nog kan bekostigen. Een volle tank kost nu al snel € 40,-- of meer. Om enigszins mee te gaan in de recessie besluit ik de tank half vol te gooien.
Tanken is altijd een heel gedoe. Tot voor kort had ik daar twee mensen voor nodig: één om aan de ontgrendelingshendel onder het dashboard te trekken en een tweede om de kofferklep open te trekken. De ontgrendelingshendel blijft namelijk niet uit zichzelf in de uitgetrokken stand staan zodat de klep vanzelf weer vergrendelt als ik vanaf de bestuurdersstoel naar de voorzijde van de Kever ren om daar de klep open te trekken. Dat overkomt je een paar keer en daarna wint de creativiteit het van de volhardendheid. Een tweede persoon wil ik niet nodig hebben en in mijn eentje wil ik niet als een bezetene van de hendel naar de handgreep van de kofferklep heen en weer rennen, dus moest mijn geschoolde brein met een hoogstaande, technisch vernuftige oplossing komen: twee wasknijpers! Deze worden op de uitgetrokken hendel bevestigd om het langzaam terug kruipen daarvan te voorkomen! Het systeem werkt al bijna twee jaar. Als men aan mij vraagt hoe ik mijn Kever aan de praat hou, dan is mijn antwoord: met wasknijpers. Want zonder wasknijpers kan ik niet tanken.
Zondag 28 september 2008, een mooie zonnige dag met aangename temperaturen. Te mooi om binnen te zitten, maar de nieuwe gezinsomstandigheden maken spontane uitstapjes er voorlopig niet gemakkelijker op. Moeder de vrouw is midden op de dag tijdens de borstvoeding naast mijn drie weken oude dochter in slaap gevallen en ik zit beneden met mijn oudste dochter aan een lunch die wel bij mij aanslaat maar de jonge dame tot opstandig gedrag aanzet. Boterhammen blijken ook te kunnen vliegen, plakjes vleeswaren blijken aan de tafel te kunnen plakken en hagelslag kan per korrel van een beschuit worden gelikt. En een met melk gevulde beker met twee oortjes kan je gewoon nonchalant aan één oortje oppakken, totdat ie kantelt. Deze jonge vader kreeg dus al snel het gevoel dat het vaderschap op deze zonnige dag op een andere manier invulling moest krijgen om te voorkomen dat ik van een glas melk een kater zou krijgen.
Mijn vrouw wordt pas tegen twee uur 's middags wakker, maar tot het moment van het grote ontwaken mijner echtgenote heb ik genoeg om handen gehad om mij niet te hoeven vervelen. Maar mijzelf niet vervelen is wat anders dan mijzelf vermaken. Dus op het moment dat de jonge moeder nog wazig met de ogen staat te knipperen kondig ik mijn reeds enkele uren daarvoor geplande vertrek aan. "Ik haal Herbie uit de stalling en ga met Charlotte een stukje rijden". In die zin kwam geen enkel woord of leesteken voor dat enige twijfel liet doorschemeren over dit voornemen. Ik wilde naar buiten, rondtoeren, genieten van deze prachtige dag en niet in mijn eigen tuin naast een één meter hoge glijbaan zitten waar mijn dochter haar duizelingwekkende kunstjes op wenst te vertonen onder de supervisie van haar overbezorgde vader.
Tien minuten later staat Herbie op de brede stoep naast ons huis en plaats ik de kinderstoel over vanuit de Toyota naar de Kever, die vorig jaar speciaal voor dit soort gelegenheden is voorzien van een driepuntsgordel aan de passagierszijde. Ik pak mijn mobiele telefoon evenals rijbewijs, autopapieren, krik en dopsleutels en vraag mijn dochter of ze met papa mee wil rijden in Herbie. Het antwoord op die vraag is even voorspelbaar als luid en hartverwarmend: "Ja papa!". Ze is zo mogelijk een nog grotere fan van de Kever dan ik en onze Herbie kan dan ook altijd rekenen op een knuffel van haar.
De tank bevat te weinig brandstof om zorgeloos een eind weg te rijden dus een bezoek aan de lokale benzinepomp is onontkoombaar. Omdat ik vrij ben in het kiezen van een route kies ik voor een richting die mij langs het goedkoopste tankstation van mijn woonplaats brengt. Ten opzichte van de prijzen die wij de afgelopen maanden te verteren hebben gekregen kost de benzine hier een schijntje, slechts €1,46 per liter inclusief BTW en vieze handen. Je zou bijna vergeten dat ook dit nog een schrikbarend hoog bedrag is ten opzichte van de € 1,05 die ik drie jaar eerder nog betaalde. Ik kan iedereen verzekeren dat mijn salaris bij lange na niet met hetzelfde percentage is gestegen als de benzineprijzen. Het is mij dan ook een raadsel dat ik mijn hobby nog kan bekostigen. Een volle tank kost nu al snel € 40,-- of meer. Om enigszins mee te gaan in de recessie besluit ik de tank half vol te gooien.
Tanken is altijd een heel gedoe. Tot voor kort had ik daar twee mensen voor nodig: één om aan de ontgrendelingshendel onder het dashboard te trekken en een tweede om de kofferklep open te trekken. De ontgrendelingshendel blijft namelijk niet uit zichzelf in de uitgetrokken stand staan zodat de klep vanzelf weer vergrendelt als ik vanaf de bestuurdersstoel naar de voorzijde van de Kever ren om daar de klep open te trekken. Dat overkomt je een paar keer en daarna wint de creativiteit het van de volhardendheid. Een tweede persoon wil ik niet nodig hebben en in mijn eentje wil ik niet als een bezetene van de hendel naar de handgreep van de kofferklep heen en weer rennen, dus moest mijn geschoolde brein met een hoogstaande, technisch vernuftige oplossing komen: twee wasknijpers! Deze worden op de uitgetrokken hendel bevestigd om het langzaam terug kruipen daarvan te voorkomen! Het systeem werkt al bijna twee jaar. Als men aan mij vraagt hoe ik mijn Kever aan de praat hou, dan is mijn antwoord: met wasknijpers. Want zonder wasknijpers kan ik niet tanken.

Een ouder echtpaar staat naast mij hun hypermoderne Mitsubishi Colt af te tanken. De vrouwelijke helft van het echtpaar slaat mijn tankactiviteiten gade alsof ze denkt: "Wat een primitieve zooi. Dat die jongen daar plezier aan beleeft". Ik kijk terug en richt mijn ogen op de Colt met een blik van "Veel te modern, alsof je in een science fiction auto rijdt". Een generatiekloof, maar dan tegenovergesteld. Oud houdt van jong, jong houdt van oud.
Twintig euro aan brandstof en een scheut loodvervanger later zit ik weer naast mijn dochter en gaan we het grote avontuur aan: een rit door de omgeving, te beginnen langs het Apeldoorns kanaal. Ik laat enkele mogelijkheden om het kanaal over te steken aan mij voorbij gaan maar besluit uiteindelijk toch om de landerijen te verkiezen boven de bossen van de Veluwe. Ik tuf over smalle wegen die voornamelijk bereden worden door grijzende medelanders op uniseks fietsen, attendeer mijn dochter op groepjes paarden en kuddes koeien links en rechts van de weg en ben helemaal in mijn element met het gepruttel van de 34 pk sterke luchtgekoelde motor achterin de Kever. Al snel bepaalt mijn dochter de route: "Daar papa". We rijden tussen weides waar hoefdieren of geleedpotigen staan te grazen, tot een rode 2CV opduikt. "Daar papa!". Ik schakel bij en scheur achter de eend aan. "Wat een malle auto, hè papa?" "Ja, nou en of. Da's een Eend die kan rijden". "Die auto is geen eend". Ook goed. Met dreumesen moet je niet discussiëren als je bezig bent alle zeilen bij te zetten om de piraat die achter het stuur van de rode waggelaar zit bij te houden. Ik stop na enkele minuten de achtervolging en kies weer mijn eigen weg. Inmiddels is mijn dochter in slaap gevallen. Met haar duim in de mond en haar lappenpopje tegen haar wang gedrukt schommelt ze mee met het deinen van de Kever. Gewoonlijk zou ik het als een uiting van desinteresse zien als mijn passagiers bij mij in de auto in slaap vallen. Er valt zoveel te zien links en rechts van de weg, het is zo leuk om door de raampjes van Herbie naar buiten te kijken. Maar mijn dochter mag slapen, want het geeft aan dat ze helemaal op haar gemak is, in dit door de moderne tijd achterhaalde stukje mobiele techniek. Wat de toekomst ons brengt weten we niet, maar de dingen uit het verleden bieden ons vertrouwen, rust en geborgenheid.
Een ouder echtpaar staat naast mij hun hypermoderne Mitsubishi Colt af te tanken. De vrouwelijke helft van het echtpaar slaat mijn tankactiviteiten gade alsof ze denkt: "Wat een primitieve zooi. Dat die jongen daar plezier aan beleeft". Ik kijk terug en richt mijn ogen op de Colt met een blik van "Veel te modern, alsof je in een science fiction auto rijdt". Een generatiekloof, maar dan tegenovergesteld. Oud houdt van jong, jong houdt van oud.
Twintig euro aan brandstof en een scheut loodvervanger later zit ik weer naast mijn dochter en gaan we het grote avontuur aan: een rit door de omgeving, te beginnen langs het Apeldoorns kanaal. Ik laat enkele mogelijkheden om het kanaal over te steken aan mij voorbij gaan maar besluit uiteindelijk toch om de landerijen te verkiezen boven de bossen van de Veluwe. Ik tuf over smalle wegen die voornamelijk bereden worden door grijzende medelanders op uniseks fietsen, attendeer mijn dochter op groepjes paarden en kuddes koeien links en rechts van de weg en ben helemaal in mijn element met het gepruttel van de 34 pk sterke luchtgekoelde motor achterin de Kever. Al snel bepaalt mijn dochter de route: "Daar papa". We rijden tussen weides waar hoefdieren of geleedpotigen staan te grazen, tot een rode 2CV opduikt. "Daar papa!". Ik schakel bij en scheur achter de eend aan. "Wat een malle auto, hè papa?" "Ja, nou en of. Da's een Eend die kan rijden". "Die auto is geen eend". Ook goed. Met dreumesen moet je niet discussiëren als je bezig bent alle zeilen bij te zetten om de piraat die achter het stuur van de rode waggelaar zit bij te houden. Ik stop na enkele minuten de achtervolging en kies weer mijn eigen weg. Inmiddels is mijn dochter in slaap gevallen. Met haar duim in de mond en haar lappenpopje tegen haar wang gedrukt schommelt ze mee met het deinen van de Kever. Gewoonlijk zou ik het als een uiting van desinteresse zien als mijn passagiers bij mij in de auto in slaap vallen. Er valt zoveel te zien links en rechts van de weg, het is zo leuk om door de raampjes van Herbie naar buiten te kijken. Maar mijn dochter mag slapen, want het geeft aan dat ze helemaal op haar gemak is, in dit door de moderne tijd achterhaalde stukje mobiele techniek. Wat de toekomst ons brengt weten we niet, maar de dingen uit het verleden bieden ons vertrouwen, rust en geborgenheid.