Medio 2004. Herbie lag al een tijdje uit elkaar. Na het afschrapen van de tectyl was duidelijk geworden dat de neus van Herbie niet al te fris meer was. In eerste instantie leek het vooral oppervlakteroest, maar een nadere beschouwing maakte duidelijk dat de gehele neus een gatenkaas was. De randen van de wielbak waren poreus, het plaatwerk achter de bevestigingspunten voor de bumpersteunen was zodanig aangetast dat er gaten in gevallen waren, de binnenschermen aan zowel de linker- als rechterzijde vertoonden op meerdere plaatsen gaten......... Als we de originele neus wilden sparen zou er een oneindige hoeveelheid plaatjes ingelast moeten worden. En niet alleen

rechte, vlakke stukken, maar ook met bogen, krommingen, welvingen en meer vrouwelijke vormen. En heidense klus. Ik besloot voor een gemakkelijkere oplossing te kiezen: de hele neus er af en een nieuwe er op. Een tweedehands lag natuurlijk niet zomaar voor het oprapen. Ooit een goede tweedehands neus van een 65'er tegengekomen zonder dat de rest van de Kever er nog aan vast zat? Ik had op de website van Paruzzi plaatjes gezien van complete Keverneuzen. Een nieuwe neus zou veel werk en dus tijd schelen, dacht ik. Hoe naief kan een mens zijn.
De nieuwe neus werd online besteld en zou binnen een paar werkdagen thuis worden bezorgd. Gemak dient de mens. Enkele dagen later trof ik bij thuiskomst een briefje in de bus aan, van TPG-post, met de mededeling dat er een pakket voor mij klaar ligt bij het postkantoor. Na één poging om het pakket bij mij thuis af te leveren had men het al opgegeven en moest ik dus alsnog mijn huis uit om het pakket af te halen. Ik besloot met de fiets te gaan aangezien mijn vrouw de auto mee had.
Ik wachtte mijn beurt af en stapte vervolgens op de balie af, legde het briefje van TPG-post voor de neus van de baliemedewerker en verklaarde dat ik een pakketje kwam ophalen. De medewerker controleerde een nummer op het briefje, verontschuldigde zich en verdween naar het magazijn. Even later kwam hij weer teruglopen, met lege handen. "Kan je even komen helpen?", vroeg hij. "Dit is zo'n beetje het grootste pakketje dat hier ooit is afgeleverd!". Er ging een deur open en achter die deur verscheen een doos zo groot als een flinke vrieskist. Ik liep op de doos af en duwde samen met de medewerker de doos het magazijn uit, het postkantoor in, waar enkele klanten met verbaasde ogen naar de doos stonden te kijken.
"Ik vraag het gewoonlijk nooit, maar wat zit er in vredesnaam in die doos?", vroeg de man.
"De neus van een Kever", antwoordde ik naar waarheid.
"Een wat?"
"De neus van een Volkswagen Kever", herhaalde ik.
"Kan je die zo kopen dan?" De man was met stomheid geslagen.
"Blijkbaar", reageerde ik droog.
Langzaam begon bij mij het besef door te dringen hoe absurd dit eigenlijk moest klinken voor een niet Kever-fanaat.
Na tekening voor ontvangst mocht ik de doos meenemen.
"Succes er mee".
Ik sleepte de doos naar buiten waar mij een probleem wachtte. Hoe krijg ik die doos mee naar huis? Na één zwakke poging om de doos op mijn fiets te zetten gaf ik het al op. Dat ging niet lukken, niet zonder brokken in ieder geval. Op het moment dat ik op mijn achterhoofd stond te krabben stopte een auto langs de stoep. Een raam ging open en een oudere man vroeg vanuit de auto:
"Wat zit er in die doos?"
Blijkbaar was de nieuwsgierigheid van de dorpsgenoot gewekt. Ik hou wel van spontane vragen en dus antwoordde ik wederom naar waarheid: "De neus van een Volkswagen Kever". "Ga weg, wat moet je daar nu mee?" Na een hele korte uiteenzetting van mijn plannen met Herbie stapte de man uit, opende de achterklep van zijn auto en zei: "Da's leuk! Zet 'm maar achterin, dan breng ik je wel naar huis." Dat aanbod kon ik niet laten lopen en dus werd de doos in de gelukkig zeer ruime laadbak van de auto getild. Nadat ik in de auto was gaan zitten vroeg de man: "Waar woon je eigenlijk?"
Het was hooguit een kilometer, maar zonder auto zou ik er een halve dag over gedaan hebben om de doos thuis te krijgen. Mijn dank was daarom groot. "Ik woon hier in de buurt, dus ik hoop de Kever binnenkort een keer te zien rijden". Met die woorden nam de behulpzame dorpsgenoot afscheid en reed weg, na de doos in de voortuin gedropt te hebben.
Een buurman kwam langslopen.
"Zo, da's een flink pakket. Wat zit er in die doos?"
"De neus van een ...........".
Ik sleepte de doos naar de achteruin en haalde de neus uit zijn verpakking.

Even later lag een voor mijn gevoel halve zwarte Kever op mijn gazon. Mijn euforie werd echter snel getemperd. Het onderdeel had niet de kwaliteit die ik had verwacht. In grote lijnen kwamen de details wel overeen met de originele neus, maar nadere beschouwing bracht een groot aantal afwijkingen aan het licht. De reservoirhouder bijvoorbeeld kende geen gaatjes waarin het reservoir kan worden vastgeklikt en de klemgoot voor het afdichtrubber oogde armetierig. "Made in Brasil", las ik op een sticker. Maar wat had ik anders verwacht? "Wees blij dat ze nog plaatwerk kunnen leveren", kreeg ik te horen. Okay dan, hoera! We zouden er het beste van maken. De neus werd passend gemaakt en werd getransplanteerd aan Herbies voorzijde.
Een paar weken later bezocht ik Budel 2004. Ik liep langs de kraampjes, snuffelde in bakjes en doosjes en bekeek de veelheid en diversiteit aan onderdelen. En toen zag ik het liggen. Droomde ik? Nee, het was er echt een, een harde tweedehands neus van een Volkswagen Kever uit 1965 voor een prijs die vrijwel gelijk was aan de Paruzzi neus. Zo'n neus die ik nooit verwacht had te vinden. ARRRGGGGGGGGGHHHHHH!!
Ik heb de neus niet gekocht, Herbie had immers al een neustransplantatie ondergaan en ik was niet van plan om dat nogmaals te laten doen, maar het moment dat ik de tweedehands neus zag staan en mijn gevoelens op dat moment, staan voor altijd in mijn geheugen gegrift.